Geschiedenis

Het Ouessantschaap ontleent haar naam aan het gelijknamige voor de westkust van Bretagne, in de Atlantische oceaan gelegen eiland Ouessant. Het Ouessantschaap is het kleinste of een van de kleinste schapenrassen ter wereld. Het is waarschijnlijk dat de Scandinavische kortstaartschapen van invloed zijn geweest op het ontstaan van het Ouessantschaap. Rassen als het Hebridean of het Sint Kilda schaap, de Manx Loghtan of de North Ronaldsy vertonen nogal overeenkomsten met het Ouessantschaap. De Ouessant lijkt ook veel op de uit de Baltische landen en Oost-Pruisen afkomstige Skudde.

In Bretagne kwam oorspronkelijk een oud type schaap voor met een drietal varianten, namelijk het Bretonse Landes-schaap, het Race des Deux en het Ouessantschaap. Het Ouessantschaap is een typisch voor beeld van ”Insular Dwarfism”, een verschijnsel dat voorkomt bij dierpopulaties, die generaties lang op een eiland of een sterk afgesloten gebied leefden onder zeer karige omstandigheden. Tot aan het begin van de 20e eeuw bleef het originele Ouessantschaap op het eiland. In de jaren 1904 tot 1910 werden witte Arree of Bretonse Landes schapen ingekruist om de meer gevraagde witte wol en een groter schaap te verkrijgen. Na omstreeks 1920 verdween het oorspronkelijke zuivere Ouessantschaap van het eiland. Een Grieks schip, dat in 1936 schipbreuk leed voor het eiland, vervoerde schapen die zich toen met oorspronkelijke kuddes op het eiland zouden hebben vermengd. 

Het oorspronkelijke Ouessantschaap zou zijn uitgestorven, wanneer niet een aantal particulieren op het vaste land, o.a. kasteelheren uit de departementen Morbihan, Loire Atlantique en Vendeé het ras voor een algehele verdwijning hadden behoed.
Meer recent zette Paul Abbé zich in voor het behoud en verbetering van het ras en voor de verspreiding ervan. In 1970 werd de fokkersvereniging G.E.M.O. (Groupement des Eleveurs des Moutons d’Ouessant) opgericht. Zij stelden een standaard voor het Ouessantschaap op, waarnaar wij ons als Nederlandse fokkers dienen te richten. Het Ouessantschaap werd in 1971 in Nederland geïntroduceerd door W.F. Haccou en E.J. van Tongeren, die de eerste Ouessantschapen aankochten, afkomstig van de Franse fokker Ducatillon. Enkele jaren later importeerden deze fokkers een aantal dieren uit de fokkerij van Abbé uit Nantes. Nadien werd nog een beperkt aantal Ouessantschapen uit Frankrijk gehaald door de familie Hopman. Voorts werd de Nederlandse populatie nogal wat versterkt met Belgisch uitgangsmateriaal.